Floris en Blancefloer is een hoofs ridderverhaal dat vanaf de 12e eeuw zowat overal in middeleeuws Europa erg populair was. Het zoete sprookje over de minne tussen de Arabische prins en de blanke dochter van een slavin werd in verschillende versies opgetekend in het Frans, het Spaans en het Nederlands.
Jo Roets bewerkte op zijn beurt het verhaal tot een theatertekst voor iedereen vanaf 6 jaar.
Floris, zoon van een Arabische koning, en Blancefloer, dochter van een Spaanse slavin worden op dezelfde dag geboren en groeien samen op in het paleis. Ze worden, tegen de wil van de koning, verliefd op elkaar. De nar Tod probeert de brokken te lijmen.
In een tent vol tapijten en zachte kussens laten muzikanten, acteurs, dansers en poppen de liefde tussen Floris en Blancefloer tot leven komen. Ze creëren een plek waar oost en west elkaar ontmoeten en dompelen het publiek onder in een meeslepende mix van dans, muziek en spel.